Tips voor de omgeving

Lotgenoten formuleerden tips vanuit hun ervaring over hoe je met ouders kan omgaan na het verlies van hun kind.

Praat met de ouders

  • Durf bij ouders langs te gaan. Als het voor hen niet zou passen, zullen ze dat zeker ook zeggen.
  • Durf te vragen "Hoe gaat het echt met jou?". Toon dat je echt wil weten hoe ouders zich voelen, vraag niet“hoe is het” om toch maar iets te vragen. 
  • Vraag ook hoe het met de broers en zussen gaat, want die worden te vaak vergeten.
  • Probeer niet angstvallig te vermijden over het ongeval te praten.
  • Luister zonder raad te geven, ouders willen hun verhaal vertellen en over hun kind praten. Raad geven brengt veel frustraties bij de ouders die alleen steun en begrip verlangen.
  • Zeg nooit “ik weet hoe jij je voelt”, want dat kan je niet weten. Zeg liever “ik probeer mij in te beelden hoe het voor jou moet zijn maar denk niet dat het mogelijk is”.
  • Toon begrip, luister en zoek geen oplossingen want die zijn er niet.

Help

  • Praktische hulp is zeer welkom: een kom soep, brood,…Dit is erg belangrijk want koken lukt meestal niet meer in de eerste periode na het ongeval.
  • Vraag of je kan helpen met boodschappen doen, papieren invullen, andere kinderen naar hun hobby’s brengen,…
  • Zeg niet “Als je hulp nodig hebt, bel maar”. Bel zelf een keertje extra.
  • Als je niet weet wat zeggen, geef een knuffel. Menselijk contact is zo belangrijk.

Praat over hun kind

  • Vermijd niet zijn of haar naam uit te spreken want voor ouders voelt dat aan alsof hun kind een tweede keer sterft of wordt vergeten. Ouders willen hun overleden kind zoveel mogelijk blijven betrekken in hun “nieuwe leven”.
  • Breng foto's, video's, anekdotes ...aan die de ouders nog niet kennen. Beelden en verhalen over hun kind waar ze nooit van gehoord hebben, doen plezier.
  • Laat af en toe op de plaats van het ongeval of op het graf een "signaal achter": dit kan een bloem zijn, een kleinood (sterretje, hartje,...) of een briefje. Dit doet deugd voor de ouders en het gezin wanneer ze dit vinden. Het is een teken van "niet vergeten zijn".
  • Blijf op moeilijke dagen zoals verjaardagen, sterfdag en feestdagen een berichtje of kaartje sturen want dat betekent echt heel veel. Dan weten de ouders dat zij en hun kind niet vergeten worden.

Heb geduld

  • Heb geduld als ouders erg veranderd zijn, hun leven is gestopt en het is niet eenvoudig om zich aan te passen.
  • Blijf aandacht geven zonder opdringerig te zijn.
  • Geef ouders tijd en ruimte; ze gaan door heel veel verschillende fases en dat is erg ingrijpend.
  • Laat ouders niet vallen omdat ze je tijdelijk wegduwen en alleen willen zijn. Probeer geduld te hebben en wacht tot het hen weer lukt. Blijf wel berichtjes sturen. Weten dat aan hen gedacht wordt, helpt!

 

 

Troosten is niet, het antwoord weten voordat de vraag werkelijk is beluisterd.

Het is niet het brengen van allerlei goedbedoelde adviezen die mensen zo doodmoe kunnen maken.

Troosten is niet, vragen hoe oud hij was, alsof de leeftijd een middel zou zijn tegen het verdriet.

Het is niet het wegduwen van de opstandigheid of het voorschrijven hoe men zich moet voelen.

Troosten is niet te vinden in pasklare antwoorden op de vele waarom- vragen.

Troosten is wel, aandachtig luisteren, zodat verdriet in woorden en tranen naar buiten kan stromen.

Troosten is kunnen zwijgen en in een blik, in een aanraking signalen van hoop, veiligheid en vertrouwen laten voelen.

Het is samen worstelen, zoeken en hopen.

Het is participeren in het verdriet, veeleer dan wegnemen van verdriet.

Het is verdriet durven noemen.

Troosten is mensen helpen te leven met vragen waarop geen antwoorden zijn.

Troosten is geen dam tegen, maar juist een bedding voor verdriet.

 

Kolet Janssen